Tijdens de Koude Oorlog is de wereld verdeeld in twee ideologische blokken. Van 1945 tot 1991 staan Oost en West lijnrecht tegenover elkaar. Aan de ene kant staan de kapitalistische Verenigde Staten met hun bondgenoten. Aan de andere kant staan de communistische Sovjet-Unie met hun bondgenoten. Beide ideologieën willen zoveel mogelijk macht in de wereld. Ze bestrijden elkaar op allerlei terreinen.
Twee blokken
Tijdens de Tweede Wereldoorlog valt Nazi-Duitsland West-Europa en de Sovjet-Unie binnen. In Azië valt Japan de Verenigde Staten aan. Door deze gebeurtenissen worden de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië tijdelijk bondgenoten van elkaar. Aan het einde van de oorlog – als duidelijk wordt dat de oorlog gewonnen zou worden – komen de leiders Churchill (Groot-Brittannië), Roosevelt (Verenigde Staten) en Stalin (Sovjet-Unie) diverse keer bij elkaar. Er worden afspraken gemaakt over de toekomst van Europa na de oorlog. Tijdens deze oorlogsconferenties komen de ideologische verschillen duidelijk naar voren. Het wantrouwen neemt toe. Europa valt vanaf 1945 uiteen in twee ideologische blokken. West-Europa wordt kapitalistisch. Oost-Europa communistisch. Het IJzeren Gordijn vormt de scheiding tussen de twee Europa’s. Een zwaar bewaakte grens, met mijnenvelden, prikkeldraad en wachttorens wordt opgetrokken. In het centrum van die machtsstrijd ligt Duitsland, wat in vier zones wordt verdeeld.
Onderstaande kaart van Europa geeft antwoord op de volgende vragen:
- Waar heeft het IJzeren Gordijn gelopen?
- Welke landen horen bij het kapitalistische kamp?
- Welke landen horen bij het communistische kamp?