Oorlog in Overijssel

De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederland wordt vaak verteld vanuit een westers perspectief, met de Randstad als middelpunt. Maar ook buiten de grote steden in het westen heeft de oorlog diepe sporen achtergelaten. De provincie Overijssel kent unieke verhalen uit de periode 1940-1945, die even indringend en indrukwekkend zijn.

Oorlog in Overijssel

Het Memory Vrijheidsmuseum in Nijverdal speelt een centrale rol in het bewaren en overdragen van de oorlogsgeschiedenis. Met interactieve tentoonstellingen, educatieve programma’s en een uitgebreide collectie brengt het museum de impact van de Tweede Wereldoorlog dichtbij. Bezoekers krijgen niet alleen een overzicht van de landelijke gebeurtenissen, maar worden ook meegenomen in de regionale verhalen uit de provincie Overijssel. Door deze verhalen te vertellen draagt het museum bij aan de waarde van vrijheid en het besef van de geschiedenis.

Ter ondersteuning van de exposities over de lokale geschiedenis heeft Historgraphic bijzondere gebeurtenissen uit Overijssel geïllustreerd. De beelden worden ook ingezet bij online en offline promotionele doeleinden. In dit artikel lichten we de volgende drie opmerkelijke momenten uit: de Stork-staking in Hengelo, de productie van Jodensterren in Enschede en de grootste bankoverval allertijden in Almelo. Deze verhalen laten zien hoe de Tweede Wereldoorlog in Overijssel niet alleen tragiek, maar ook moed en verzet kende. Ze verdienen een prominente plaats in het collectieve geheugen, en het Memory Vrijheidsmuseum maakt dat mogelijk.

Stork-Staking in Hengelo: Verzet vanuit de arbeiders

Hengelo – een stad met een rijke industriële geschiedenis – werd in 1943 het toneel van de meest omvangrijke stakingen tegen de Duitse bezetting. Op donderdag 29 april brak bij Machinefabriek Gebr. Stork & Co een massale staking uit, die zich snel uitbreidde naar andere fabrieken in de regio. Deze daad van verzet vond al gauw gehoor bij meerdere organisaties door heel Nederland.

De aanleiding voor de staking was de bekendmaking dat oud-militairen zich moesten melden voor krijgsgevangenschap in Duitsland. Het ging hierbij om 280.000 man die in mei 1940 in het Nederlandse leger waren gemobiliseerd. Dit bericht leidde tot grote woede onder de Nederlandse bevolking. De arbeiders wilden niet toekijken hoe Nederlandse mannen naar Duitsland werden afgevoerd om te werken voor de oorlogsindustrie. Hun moedige verzet bracht het industriële apparaat in Nederland vrijwel geheel tot stilstand. De Duitse reactie was echter hard. Hanns Albin Rauter – de SS-chef in Nederland – kondigt op 1 mei 1943 het politiestandrecht af. Iedereen die de openbare orde verstoort wordt standrechtelijk geëxecuteerd. Bij het neerslaan van de stakingen vallen 175 dodelijke slachtoffers.

Deze ‘vergeten’ gebeurtenis zal de geschiedenis in gaan als de April-meistaking. De staking is een keerpunt in de houding van de Nederlandse bevolking richting de bezetter. Na de bevrijding verdwijnt de April-meistaking uit beeld. De aandacht gaat vooral uit naar de Februaristaking van 1941 en de Spoorwegstaking van 1944.

Productie van Jodensterren in Enschede

Een pijnlijk en weinig bekend hoofdstuk uit de geschiedenis van de Jodenvervolging vond plaats in Enschede. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in de Enschedese stoomweverij ‘De Nijverheid’ meer dan 500.000 Jodensterren geproduceerd. De gele sterren – die vanaf mei 1942 verplicht waren voor Joden in Nederland – werden geproduceerd in een fabriek die eigendom was van de Joodse familie Van Gelderen.

De familie Van Gelderen was door de Duitse bezetter uit hun eigen textielfabriek gezet, waarna de fabriek onder leiding kwam van een door de nazi’s aangestelde ‘Verwalter’. Gedwongen door de omstandigheden werkte de fabriek voor de Duitse autoriteiten en produceerde de sterren in grote aantallen.

Het is schrijnend dat juist een stad als Enschede – met een aanzienlijke Joodse gemeenschap – ongewild bijdroeg aan de Jodenvervolging. Lange tijd was onbekend dat de sterren in Nederland werden gemaakt. Pas in de jaren negentig kwam naar buiten dat de productie in Enschede plaatsvond. Tot dat moment werd aangenomen dat de sterren in Polen waren gefabriceerd. Dit verhaal illustreert de complexiteit en tragiek van de oorlog in bezet Nederland. Lokale gemeenschappen en bedrijven werden vaker ongewild onderdeel van het nazistische systeem.

Grootste Bankoverval aller tijden in Almelo

Een van de meest gedurfde verzetsdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog vond plaats op 15 november 1944 in Almelo. Verzetsstrijders pleegden een spectaculaire bankoverval op een kantoor van De Nederlandsche Bank. De overvallers maakte ruim 46,1 miljoen gulden buit. Dit astronomische bedrag werd ingezet om het verzet te financieren, met name de spoorwegstaking van 1944.

De overval werd uitgevoerd met schriftelijke toestemming van de Nederlandse regering die in Londen verbleef. Het bijkantoor in Almelo was een doelwit omdat het diende als tussenstation voor grote hoeveelheden geld die door de bezetter naar Duitsland zouden worden overgebracht. De aanwezigheid van een dergelijk bedrag in één filiaal was uitzonderlijk. Toch eindigde dit moedige initiatief tragisch. Negen betrokken verzetsstrijders werden opgepakt, waarvan er zes in gevangenschap omkwamen. Het geld werd teruggevonden in een hooiopslag bij een boerderij in Daarlerveen en keerde het terug in Duitse handen.

Ondanks dit wrange einde blijft de overval een historisch moment. Het was niet alleen de grootste buit ooit verkregen bij een bankoverval in Nederland, maar ook een daad van verzet tegen de Duitse overheersing. De overval in Almelo geldt nog steeds als de grootste bankroof uit de Nederlandse geschiedenis.

Verzet, tragiek en moed

De provincie Overijssel herbergt een rijke geschiedenis uit de Tweede Wereldoorlog. Een moedige verzet in Hengelo. De tragiek van de Jodensterproductie in Enschede. En de moedige bankoverval in Almelo. Elk verhaal toont de complexiteit van het leven onder bezetting. Deze gebeurtenissen herinneren ons eraan hoe belangrijk het is om de verhalen van de Tweede Wereldoorlog door te geven aan toekomstige generaties.